Altijd in het zwart, maar kleurrijk kunstenaar Harr Wiegman (71) moet zijn atelier uit

'Als kunstenaar ga je niet met pensioen; wie heeft er ruimte voor me?'

 'Als kunstenaar ga je niet met pensioen; wie heeft er ruimte voor me?'

SCHIEDAM - We zijn op bezoek bij kunstenaar Harr Wiegman in zijn atelier in de voormalige Martinusschool in Kethel Tuindorp. Zijn ateliers doorgaans rommelig, met volop rondslingerende tubes verf en gereedschappen, met her en der verspreid in een atelier werk in uitvoering, bij Harr Wiegman niets van dat alles. Zijn atelier is een toonbeeld van orde en netheid. Je zou toch niet zeggen dat hier binnenkort slopers aan het werk gaan en na de slopers de bouwers om hier woningen te bouwen.

door Jan Schrijver

Harr Wiegman heeft van de gemeente de aanzegging gekregen dat hij op 1 mei aanstaande vertrokken moet zijn met zijn atelier uit de school. Dat geldt ook voor de andere overgebleven kunstenaar in het gebouw, Sjef Henderickx. Beiden zijn gewaardeerde kunstenaars in Schiedam, bijvoorbeeld door hun beelden in Schiedam. Van Harr zal iedereen zijn Proosje van Schiedam kennen op het Land van Belofte, het beeldje werd onlangs zelfs geridderd. Van Sjef kennen we in Schiedam bijvoorbeeld zijn beeld in de Grote of Sint Janskerk en zijn nog niet zo lang geleden geplaatste verzetsmonument in het Julianapark. Sjef is momenteel in opdracht van de gemeente bezig met een nieuw kunstwerk in de Locomotiefsteeg. Beiden maken overigens nog geen enkele aanstalten om met hun atelier te verhuizen. Aan de voorgenomen ontruiming van de ateliers werd ook door de landelijke televisie aandacht besteed. Dat lees je hier.

Harr: “Ik vrees wel dat ik er binnen enkele weken uit zal moeten zijn, als ik de door mij ontvangen officiële brief van de gemeente mag geloven, maar ik geloof niet dat het al nodig is. Ik heb laatst nog de projectontwikkelaar hier op de koffie gehad; die vertelde me voorlopig nog niet met de werkzaamheden te kunnen beginnen. Zowat het hele gebouw is dichtgetimmerd met planken, in beide uiteinden van de school is, met de ateliers van mij en van Sjef, nog wat leven. Het zou alleen maar in het belang zijn van de projectontwikkelaar om ons zo lang als het echt kan te laten zitten. Het is toch de bureaucratie ten top dat wij er ‘alvast’ uit moeten, maar dat je dan zult zien dat het nog maanden, misschien jaren, gaat duren voordat er echt begonnen gaat worden."

“Ik zou ermee geholpen zijn, als we tot een afspraak zouden kunnen komen, dat ik er in mag blijven totdat ze écht gaan beginnen. Ik betaal hier heel weinig, dat besef ik, maar dat betekent niet dat er niet soepel met elkaar omgegaan zou kunnen worden. Ik heb van de gemeente nog geen alternatief aangeboden gekregen. Waar moet ik met alles heen?” Hij wijst op zijn omvangrijke archief, dat aan de wanden van het atelier zijn werktafels omringt. “En dat is niet eens alles, ik heb in een hok daar, nog heel veel in dozen opgeslagen.” 

Heb je alles bewaard tijdens je lange loopbaan Harr? “Ik denk het wel, zeg maar bijna alles. Van de beelden en schilderijen die ik heb gemaakt, heb ik foto’s gemaakt. Van alle boeken die ik heb gemaakt of geïllustreerd, heb ik een of meerdere exemplaren in de boekenkast. Hier zie je een stapel puzzels in de kast van het Rotterdamsch Nieuwsblad, gebaseerd op een tekening van me. Ik ben op mijn dertiende begonnen als illustrator/cartoonist voor het Vrije Volk. Daarna volgden het Rotterdamsch Nieuwsblad, een blauwe maandag Het Parool en daarna vele jaren het Algemeen Dagblad, alles bij elkaar zo’n dertig jaar voor kranten gewerkt en mijn werk uitgeknipt. Ik werkte naast kranten ook voor diverse tijdschriften, waarvoor ik strips, cartoons en illustraties maakte. Ook alle knipsels van artikelen die over mijn werk zijn verschenen, heb ik bewaard in mappen.” 

Harr pakt enkele van die mappen, zwarte zijn het, met erin plastic zichtmappen met krantenartikelen, alles chronologisch en thematisch geordend. Hij slaat er een open. “Kijk, hier sta ik op de foto met Marten Toonder. Hij was speciaal uit Ierland, waar hij woonde, overgekomen om naar het ontwerp van mijn beeld van heer Bommel te kijken. Ik kreeg alle lof van hem. Hij vond het mooi dat ik hem lopend had uitgebeeld, met wapperende jas (het beeld staat in Den Bommel, red.). Dat is toch wel een van de hoogtepunten uit mijn loopbaan”, zegt de nu 71-jarige Harr Wiegman, telg uit een bekend kunstenaarsgeslacht, “maar aan de andere kant ook nog achterkleinzoon van de Rotterdamse snoepfabrikant C. Jamin. Daarom vond ik het zo leuk dat ik ooit de opdracht kreeg voor de vormgeving van het boek De meisjes van Jamin”. Harr haalt het boek uit een van de boekenkasten. Daarna pakt hij weer een andere zwarte map en legt deze open op de plaats waar de artikelen zijn verzameld over de decoratie van de Nolet Ketel 1-vrachtwagen. “Dat was ook een erg mooie opdracht; ik zie die vrachtwagen nog steeds rijden.” 

“Wat ook mooi was: op nummer 1 staan in de Bruna stripboeken top 10.” Harr haalt het desbetreffende stripboek over het Nederlands elftal uit de boekenkast en de bijbehorende krantenartikelen uit een zwarte map. Gedurende tien jaar verscheen zijn strip over het Nederlands Elftal in het voetbalblad Elf en zijn gedurende die periode voor elk EK en WK de strips in boekvorm uitgegeven en uitgereikt aan de bondscoaches.  

“Nou nog eentje dan: ik was in 1986 bezig een elpee-hoes te ontwerpen voor de lp ‘De straat betaalt’ van The Amazing Stroopwafels. Voor de coverfoto hadden we heel veel briefjes van duizend nodig. Die heb ik toen maar laten drukken bij de Schiedamse drukkerij Mercator, uiteraard niet met de bedoeling dat ze te gebruiken waren als vals geld.”  Harr haalt de desbetreffende lp-hoes uit de kast. Je ziet The Amazing Stroopwafels, met een contrabaskoffer vol met (neppe) briefjes van duizend gulden. “Nou vader en zoon Dolf Jaeger van Mercator en ik hebben het geweten. Ik heb een inval in mijn atelier gehad van justitie en politie. Het waren hoge piefen van justitie, en rechercheurs en politieagenten, minimaal acht personen, misschien wel meer. Zij vroegen mij, tijdens het tellen van de biljetten, of ik de plaat op wilde zetten. Dat heb ik maar gedaan. Ik koos voor het nummer Geld maakt gelukkig. Uiteindelijk is de aangifte geseponeerd.” Er gaat weer een laatje open in het atelier. “Kijk hier heb ik de met de hand getikte verklaring dat de aangifte geseponeerd is. Met een proeftijd van een jaar”, zegt Wiegman met een grimas op het gezicht. 

“Ik geloof dat we afdwalen, want ik heb nú echt een probleem. Waar laat ik al mijn spullen en waar kan ik ongestoord verder werken. Is er iemand die mij aan betaalbare bergruimte en/of atelierruimte kan helpen? Er moet toch iemand zijn in Schiedam?” Is het een moment om dan maar, op zijn 71-ste, gedwongen met pensioen te gaan? “Ben je helemaal gek. Als kunstenaar ga je niet met pensioen, althans ik niet. De ideeën borrelen nog steeds! Daar wil je iets mee blijven doen. Dat houdt nooit op.” 

Harr Wiegman had zijn eerste atelier aan de Westmolenstraat. Op zolder van een pand was hij ongeveer dertig jaar lang een van de kunstenaars die daar atelier hield. Sinds veertien jaar heeft Wiegman zijn atelier in de voormalige basisschool in Tuindorp. Het ziet er niet naar uit dat dat nog een maand langer kan duren. Wie helpt Harr? Je kunt hem - weer of geen weer - uittekenen in een zwarte broek en zwart overhemd met opgestroopte mouwen, maar kleurrijk is hij zeker. 

Je kunt hem per e-mail bereiken onder harrwiegman@hotmail.com

harrint

07-04-2022