SCHIEDAM - Natuurfotograaf Ad Bakker heeft macrofoto's van beukenbladluizen gemaakt. Je ziet er een aantal in dit artikel, waarbij Ad enige wetenswaardigheden over beukenbladluizen op een rij zet.
door Ad Bakker (tekst en foto's)
De beukenbladluizen (phyllaphis fagi) zijn familie van halfvleugelige insecten en zijn 1 mm tot 3 mm groot. Deze kom je tegen op beukenhagen, vandaar hun naam. Er vliegen soms hele wolken rond. Vooral honden kunnen er allergisch voor zijn en er ontzettende jeukklachten van krijgen.
Als je per ongeluk bij het lopen langs zo’n haag de onderkant van de bladeren met je hand aanraakt, dan kleven ze alsof er hars aan je handen plakt. Dat is een gecombineerde kleverige substantie van honingdouw (druppeltjes) en de kleverige afscheiding waar de eitjes in gelegd worden. Dat is heel vervelend. Je moet je handen dan echt met water en zeep wassen, anders blijft het plakkerig gedoe. Wat ook heel irritant is, is dat als je met je hoofd in zo’n wolk terecht komt, heel je gezicht kriebelig wordt.
Per jaar zijn er meerdere generaties beukenbladluizen actief. Al is het wel zo dat de vrouwtjes en mannetjes pas in de herfst bijelkaar komen. Voor die tijd komen alleen de eitjes uit die in de winter zijn gelegd.
De vrouwtjes leggen dan ongeveer twintig eitjes in de bast van de beuk. In het voorjaar komen de larven uit de wintereieren. Ze gaan dan meteen op zoek naar de knoppen om zich daar te goed te doen aan plantensap.
De vrouwtjes en mannetjes krijgen op hun lijf een op wol gelijkende wasachtige afscheiding. Wat ook bijzonder is, is dat de vrouwtjes eigenlijk nimfen (jongen) blijven en niet echt verpoppen. De mannetjes daarentegen bereiken wel geleidelijk de volwassenheid. Alleen de mannetjes krijgen vleugels, maar zitten vaak ook langdurig bij de vrouwtjes onder de bladeren van de beukenhaag.
Soms zijn de mooie opvallende rode oogjes door de 'wol' zichtbaar. De ‘wol’ is een uitscheiding van wasvlokken die bij deze soort luizen altijd is te vinden onder de bladeren. Het is best wel een mooi gezicht door de vergrotende lens van de camera.
Ik hoor verhalen dat de schade, doordat de beukenbladluizen zich te goed doen aan de plantensap van struiken, enorm kan zijn. Door de grote aantallen en omdat ze aan de onderkant van de bladeren zitten, zijn ze heel moeilijk te bestrijden. Bij mij in de buurt (Groenoord) zitten er hagen vol met deze luizen, alleen heb ik er nog nooit grote schade kunnen vinden behoudens een enkel omgekruld blad.
Hier kun je de vorige column van Ad Bakker lezen:
Ook deze vlinders kun je tegenkomen in Schiedam
Zie ook Wikipedia
en Waarneming.nl