door Koen van Baekel, D66 Schiedam, #4

Maar ook: van rekening houden met de lange slagschaduw die beslissingen van vandaag werpen op de toekomst. Dit geldt voor nieuwbouw (zie bijvoorbeeld de recente discussie rond het nieuwbouwproject The Miller), maar net zo goed voor mobiliteit en bereikbaarheid.

De online beeldbank van het Schiedamse Gemeentearchief illustreert dit goed. Kijk rond 1900, en je ziet veel ruimte op straat voor voetgangers, enkele fietsers en – zo nu en dan – paard en wagen. In de jaren na 1930 hebben auto en vrachtwagen hun intrede al gedaan, maar blijven ze grotendeels weg uit de stad die daardoor onverminderd negentiende-eeuws aan blijft doen.

In de loop van de jaren zestig en zeventig van de vorige eeuw slaat dit beeld om: auto’s en andere gemotoriseerde vrachtwagens doen op grote schaal hun intrede en – hier komt dan die slagschaduw – het stadsbeeld en de Schiedamse wegen en straten veranderen mee. Met de erfenis van die periode, waarin steden gepland en uitgebreid werden met de auto als middelpunt, hebben we op veel plekken in Schiedam nog steeds te maken. Kort gezegd: veel ruimte voor de auto, en weinig ruimte voor de Schiedammer.

Dit moet anders, vindt D66. En het kan ook anders, door een samenloop van gunstige omstandigheden en kansen. Schiedam is tenslotte door haar positie als OV-knooppunt voor Sprinter en Intercity treinen, metro, tram en bus al erg goed gepositioneerd voor hoogwaardig openbaar vervoer. Daarnaast lossen we steeds meer eerste kinderziektes van deelmobiliteit op (deelauto’s, deelscooters en deelfietsen), en kunnen we er dus ook steeds meer uit halen.

Dat betekent onder meer dat we de binnenstad autoluwer kunnen maken, bijvoorbeeld door overal een maximumsnelheid van dertig km/uur en waar mogelijk zelfs vijftien km/uur in te voeren. Door bij nieuwe binnenstedelijke ontwikkelingen minder ruimte te reserveren voor nieuwe parkeergelegenheid en meer gebruik te maken van bestaande ruimte (ook als dit grotendeels leegstaande parkeergarages of P&R terreinen op buitenlocaties zijn). En door meer in te zetten op deelmobiliteit en ‘last mile’ verbindingen – zeker waar dit vlakbij OV knooppunten is.

D66 vindt ook dat er nog dingen beter kunnen: meer OV-verbindingen voor Schiedam-Noord en -Zuid, een spoorstation Schiedam-Kethel, en met participatie door bewoners en ondernemers nu ook echt een keer iets doen aan de parkeerproblemen in bijvoorbeeld De Gorzen en Schiedam-West.

Dit alles bij elkaar maakt het op veel plekken in Schiedam mogelijk om een stuk van de publieke ruimte en daarmee de leefomgeving van de Schiedammers terug te winnen op de auto. Meer ruimte om te fietsen, wandelen, spelen en naar school te gaan. Zonder dat we aan bewegingsvrijheid en mobiliteit inboeten. Daarmee werken we aan een veiligere en gezondere leefomgeving, en aan echte kwaliteit van leven!

Een mooi voorbeeld (en er zijn er vele) van zo'n forse verbetering van de leefomgeving is trouwens de recente ombouw van de Coolsingel in Rotterdam: met nu meer ruimte voor fietspaden, voetgangers en groen. Waarom doen we dit bijvoorbeeld niet met de Broersvest? Met dezelfde aandacht voor meer groen, meer OV, meer fietsstroken en minder autoverkeer, bredere oversteekplaatsen en betere toegankelijkheid voor mindervaliden.

Voor D66 zijn dit de komende jaren speerpunten. Om nu als gemeente de beslissingen te maken waarmee we uiteindelijk een betere balans bereiken tussen mens en verkeer. En als bijvangst: hopelijk ook nog eens veel mooier beeldmateriaal voor toekomstige bezoekers van de beeldbank van het Gemeentearchief!

Tekst: Koen van Baekel. D66 Schiedam
Foto: Koen van Baekel, bron D66 Schiedam
Afbeelding: beeldbank Gemeentearchief Schiedam, Beeldnummer 32503, Auteursrechten:
nee, Instelling maker: Schaefers Artochromo, Datering (vanaf) 1900, Beschrijving: Gezicht op de hoek Hoogstraat, Broersvest, Opmerking: Collectie C. v.d. Geer, Vervaardigingstechniek: Prentbriefkaart
(advertorial)