Geachte voorzitter, 
De recente gebeurtenissen in Gaza hebben de fractie van DENK en vele Schiedammers met ons diep geraakt. Inmiddels zijn door het Israëlische regime meer dan 36.000 Palestijnen vermoord, waaronder veel vrouwen en kinderen, evenals 200 VN-medewerkers en meer dan 100 journalisten.
1 De voortdurende belemmering van humanitaire hulp door Israël, het aangrijpende leed van kinderen die door honger worden getroffen en de schendingen van mensenrechten zijn afgrijselijk en mensonterend.
2 Vanuit de internationale gemeenschap wordt met sterke afkeuring gereageerd op de oorlogsmisdaden van Israël. Inmiddels heeft de hoofdaanklager van het Internationaal Strafhof (ICC) een verzoek gedaan voor een arrestatiebevel tegen de Israëlische premier Netanyahu en zijn defensieminister Yoav Gallant als gevolg van oorlogsmisdaden en misdaden tegen de menselijkheid.

Gezien het voornoemde is de fractie van DENK van mening dat enige vorm van banden met Israël verbroken dient te worden. In dat kader hebben wij enkele schriftelijke vragen. 

1. Kan het college aangeven of er directe of indirecte banden bestaan tussen de gemeente Schiedam en Israël en/of bedrijven en instellingen die gelieerd zijn aan het Israëlische regime dan wel actief zijn in de illegale nederzettingen in de bezette Palestijnse gebieden? 
2. Is het college bereid om een inventarisatie te maken van alle samenwerkingsverbanden en contracten die onze gemeente mogelijk heeft met voornoemde entiteiten, en kan de gemeente deze gegevens delen met de raad? 
3. Indien er banden bestaan, is het college dan bereid deze te heroverwegen of te beëindigen? Zo nee, waarom niet? 
4. Hoe zorgt het college ervoor dat via onze gemeentelijke  aanbestedingen en inkoopbeleid niet indirect wordt bijgedragen aan de economische steun aan entiteiten die (mogelijk) betrokken zijn bij schendingen van internationale wetgeving of mensenrechten? 
5. Heeft het college beleid of richtlijnen om te verzekeren dat de gemeente Schiedam geen relaties onderhoudt met bedrijven die actief zijn in illegale nederzettingen of die op een andere manier de internationale wetten overtreden? Zo nee, is het college bereid om 
beleid of richtlijnen daaromtrent te vormen?

Wij zien uw antwoorden met belangstelling tegemoet. 
Met vriendelijke groet, 
Seyda Dokgöz
Furkan Kondu
DENK Schiedam