AMSTERDAM - … het jaar is 2024. Lente en de bladeren manifesteren zich definitief aan de bomen. Op een koele woensdagochtend 19 juni blaast Onze Held de laatste adem uit. In de niet langer veerkrachtig voortstappende gestalte, donkergebruind en met lichtblonde, grijs doorschoten haren, zijn staalblauwe ogen niet langer priemend in de blikken van vrouwelijke voorbijgangers, die de in helblauw kostuum gestoken playboy vanaf nu platonisch verlangend nastaren, gehuld in een langzaam vervliegende wolk van dure aftershave-lotion, herkennen wij voor eens en voor altijd Ons Fenomeen Jan Cremer …
door Peter Joore, hoofdredacteur De Schiedammer Online en De Vlaardinger
Vijftien jaar geleden mocht ik het enfant terrible Jan Cremer tweemaal ontmoeten. Eenmaal in Amsterdam, op 150509 zoals mijn gesigneerde exemplaar van Ik Jan Cremer Tweede Boek nu historisch vermeldt, en een week later in zijn Italië.
Jan was zoals je hem mocht verwachten na toen al bijna vijf spraakmakende decennia waarin hij, achtereenvolgens met de (speciale) kwast en de Remington, calvinistisch Nederland (O Nederland, o Nederland. Mijn klein kaal kolereland) rigoureus opschudde. Zelfs ons landbestuur sprak er schande van.
Ik kreeg een aantal van zijn boeken. Gesigneerd, dat spreekt. En hij vond dat mijn verhaal over zijn deelname in het Stedelijk Museum Schiedam in cultureel tijdschrift De Binnenkant een prima artikel was. In Italië, waar hij ’s zomers bivakkeerde, leverden we een truck vol spullen af. De meeste schilder-gerelateerd. We aten er in een restaurant dat ertoe deed. Aan de muur talloze foto’s van de eigenaar. Met Sophia Loren, met Marcello Mastroianni, met noem maar op. Ik naast Babette, schuin tegenover Mijn Held. Het eten deed er absoluut niet toe. Een droom ging in vervulling. Dat we ook nog mochten blijven slapen en een ontbijt kregen … een kers op een machtig lekkere taart.
Zijn Tweede Boek was opgedragen aan Jan Cremer & Nana M. | mijn hond Wodka | Allen Die Hebben Gehoopt, Gesmeekt & Gebeden | Dat Dit Boek Nooit Zou Verschijnen | & aan alle Trouwe Lezers | van mijn Eerste Boek.
Behalve Jan Cremer kunnen nu Allen Die Hebben Gehoopt, Gesmeekt & Gebeden Dat Dit Boek Nooit Zou Verschijnen, gerust zijn: er zal geen Ik Jan Cremer meer ter perse gaan. Voor alle trouwe Lezers (en niet alleen van zijn Eerste Boek) een domper van jewelste.
Zijn doodshemd zit hem vast niet lekker. Of hij het heeft geleend van Willem, de ober van het journalistencafee? Het zal niet. Jan Cremer kwam alleen, Jan Cremer streed alleen, Jan Cremer gaat alleen en vast in zijn helblauwe kostuum dat hem nog altijd een beetje te ruim zit op de schouders. Van het de laatste periode niet al te karige voorschot van de uitgever (hij was toch weer met een boek bezig, red.) heeft hij vast nog een jurk gekocht voor zijn Babette en een overhemd voor zichzelf.
Jan Cremer een klein beetje kennende waren zijn laatste woorden tegen Babette: “Meisje, trek je gezicht in de plooi. Even serieus. Ik ga naar het Hemelrijk.”
Amsterdam-Centrum, juni 2024
Of er nu in het Italiaanse restaurant op de grens van Toscane en Umbrië een foto hangt van de eigenaar met Jan Cremer? Het zal vast. En Nederland, O Nederland? Daar had hij altijd een haatliefde-verhouding mee. Niet voor niets zong hij: Jij lullig rot en stiekem land | Ik hou van jou en blijf je trouw.
Jan Cremer: 20 april 1940-19 juni 2024.
Wordt vervolgd
kijk uit naar
IK JAN CREMER
Vierde Boek
Hoe Jan Cremer van aardse sterveling hemelbewoner werd en van hemelbewoner weer aardse sterveling.
Tekst
Peter Joore
Fotografie
Marc Sommetzer van der Schans
V.l.n.r. Babette Cremer, Jan Cremer en Peter Joore