SCHIEDAM - Het ‘Jenevergilde’ is een jong gilde. Het bestaat volgend jaar 15 jaar. Het valt qua leeftijd volledig in het niet bij de 750 jaren die Schiedam telt. De verjaardag van Schiedam is een goede aanleiding om het gilde aan het publiek voor te stellen. Dat wordt onder meer gedaan met een feestelijke historische optocht door de binnenstad en door dit interview met de nieuwe deken, Diederik von Bönninghausen, die tot afgelopen december directeur van het Nationaal Jenevermuseum was.
Op 28 maart aanstaande wordt Diederik von Bönninghausen de nieuwe ‘deken’ van het Jenevergilde. In de traditionele wereld van de gildes is dat de hoogste gezagsdrager, zeg maar de voorzitter. De functienaam ‘deken’ is al in gebruik sinds het tweede kwart van de zestiende eeuw. De gilden waren belangenorganisaties van en voor personen met hetzelfde beroep. In een gilde werd kennis en ervaring uitgewisseld. Nieuwe gildeleden werden opgeleid in het vak. Na een gedegen opleiding kon een leerling erkend worden als vakman met de titel gezel. Het oudste gilde van Schiedam, het Zakkendragersgilde Sint Anthonius, dat al in de zeventiende eeuw bestond, bestaat nog steeds. Het is tegenwoordig vooral van historisch belang. Het Jenevergilde, voluit Schiedamsch Jenevergilde het Gulden Glaasje, is het jongste gilde. Dat beleeft in 2026 pas zijn derde lustrum. En toch zit ook dit gilde vol met traditie en daar kunnen de inwoners van Schiedam van meegenieten. Ter gelegenheid van het 750-jarig bestaan van de stad pakt het Jenevergilde op zaterdagochtend 29 maart uit met een feestelijke Gildeparade in toga’s en klederdracht door de binnenstad.
Ook mensen van buiten Schiedam
De huidige deken, Willeke Vester, is de derde deken van het Jenevergilde. Zij geeft dus op 28 maart de hamer over aan Diederik. “Alle lof voor hoe Willeke het gedaan heeft, ze heeft het gilde door de moeilijke coronaperiode heen geloodst. Wel is door die periode de betrokkenheid van de leden afgenomen. Nu we die vervelende periode ruim achter ons hebben, moeten we weer een goed gevulde agenda krijgen, zeg maar zo’n drie activiteiten per jaar, dat zou mooi zijn. We hebben nu tegen de tachtig leden, vooral mensen uit de gedistilleerd branche in Schiedam, plus een aantal mensen uit Engeland en België die in hun land werkzaam zijn in de gedistilleerd bedrijfstak. We willen verder groeien. Als gilde willen we in eigen land ook mensen van buiten Schiedam, die een betrokkenheid hebben bij de wereld van jenever en ander gedistilleerd, voor het gilde gaan interesseren. Het moet een club worden van professionals uit de wereld van het gedistilleerd. Dan heb ik het niet alleen over stokers en branders, maar ook over anderen in de branche. Plus liefhebbers die een bovengemiddelde interesse hebben, waarbij je kunt denken aan mensen die een bijzondere privécollectie hebben of die zich als particulier anderszins onderscheiden in de wereld van het gedistilleerd. Al die mensen verdienen een plek en een manier om met een bepaalde regelmaat samen te komen. Het is teruggrijpen op oude tijden, waarin enerzijds keihard werd gewerkt, maar anderzijds ook tijd was voor gezamenlijke ontspanning.”
Informeel netwerkplatform van gedistilleerd branche
“Ik zie het zo voor me dat het gilde landelijk het informeel netwerkplatform in de gedistilleerd branche wordt. Voor heel Nederland dus, met activiteiten in en vanuit Schiedam. Ooit hadden de distillateurs hier in Schiedam de statige Branderszaal ingericht in een pand aan de Lange Haven, met aan de wanden de in hout gebeeldhouwde hoofden van de bekendste distillateurs van ons land. In die zaal werd informatie uitgewisseld, vergaderd en genetwerkt, uiteraard onder het genot van spijs en drank. Die sfeer van weleer willen we weer terug gaan brengen. Kortom, met het Jenevergilde willen we – het klinkt misschien paradoxaal - vooruit, naar oude tijden. Als informeel platform trekken we samen op met het Jenevermuseum, dat voor heel Nederland het inhoudelijke platform op het gebied van gedistilleerd is”, zegt de voormalig directeur van het Nationaal Jenevermuseum.
Vergrijzing te lijf gaan
Waarom hebben we het altijd over ‘jenever’, zowel ten aanzien van het gilde als ten aanzien van het museum en het door het museum georganiseerde jaarlijkse festival? “Ja dat ‘bekt’ nu eenmaal beter dan gedistilleerd, maar inmiddels gaat het ook om dranken als gin, vieux, whisky, rum en zo meer. Ook interessant zijn van gedistilleerd afgeleide producten als likeuren, cocktails en de in populariteit toenemende kant en klare mixen. Loop maar eens binnen op het Jeneverfestival en zie de grote variatie die daar wordt gepresenteerd. De jaarlijkse cocktailwedstrijd is een hoogtepunt van dit festival. Als je deze ontwikkelingen beziet en ook naar de qua leeftijd zeer uiteenlopende bezoekers kijkt, stemt dat hoopvol, dat we als Jenevergilde niet alleen kunnen groeien in aantal, maar ook de vergrijzing van ons ledenbestand te lijf kunnen gaan.”
Met of zonder toga? Vrijheid, blijheid!
Leden van het Jenevergilde en ook andere gildes en organisaties gaan, zoals hiervoor reeds werd aangehaald, zaterdag 29 maart in optocht door de stad, gekleed in lange gewaden of klederdracht. Denk je niet dat dit jongere leden afschrikt? “Voor mijn werk ben ik zowel zeer betrokken bij het behouden van erfgoed als bij alle inspanningen in het belang van duurzaamheid. Persoonlijk houd ik van vlaggen en vaandels. Met een groene toga aan in optocht door de stad gaan, vind ik prachtig. Let wel, dat is absoluut niet verplicht. We hebben nu tegen de honderd leden, en lang niet zoveel toga’s. Vrijheid, blijheid, is ons devies.”
Niet het drinken, maar het proeven staat voorop
Speelt het voor de toekomst van het Jenevergilde geen rol dat maatschappelijk steeds vaker een kritische houding wordt ingenomen tegen het nuttigen van alcoholhoudende drank? Medische onderzoeken die waarschuwen voor de negatieve effecten van alcoholische drank zijn niet van de lucht. Heeft het gilde daar geen last van? “Er zitten zeker problematische kanten aan sterke drank. Je ziet ook dat het Jenevermuseum die kanten niet uit de weg gaat en ze indringend belicht, met exposities, lezingen en seminars. Al is zoals eerder opgemerkt gezelligheid en ontspanning bij ons gilde belangrijk, we gaan wel serieus met ons interessegebied om. Wat wij dan altijd benadrukken: het proeven staat voorop, niet het drinken. Je proef ambacht, vakmanschap, trots. Hoe mooi is dat!”
Over de Gildeparade die a.s. zaterdag plaatsvindt kun je meer lezen in dit artikel:
Gildeparade: zaterdag in toga’s en klederdracht achter de muziek aan