Het is vandaag de honderdste geboortedag van Karel Appel

Kunst die weer kleur in de wereld bracht

Kunst die weer kleur in de wereld bracht

SCHIEDAM - Op de honderdste geboortedag van kunstenaar Karel Appel (1921-2006) kon je vandaag online via Zoom een lezing over vrijheid en kunst volgen die gehouden werd door Catrien Schreuder, hoofd Tentoonstellingen en Collectie van Stedelijk Museum Schiedam en Jules van der Vuurst de Vries, museumdocent bij ditzelfde museum. Ruim 200 deelnemers luisterden ruim een uur naar hun verhalen over kunstenaars die bij de CoBrA-beweging hoorden en kunstenaars die in dezelfde tijd actief waren.

De Tweede Wereldoorlog (1940-1945) was voor kunstenaars een moeilijke periode. Het culturele klimaat werd als het ware stilgelegd. Je moest lid worden van de Cultuurkamer en alleen bepaalde types kunst waren toegestaan. Vernieuwen was in die tijd moeilijk, want er waren weinig tot geen voorbeelden te zien.

Na de Tweede Wereldoorlog ontstonden er, grof gezegd, in de kunst twee richtingen. De stroming die de kunst van de jaren ’30 wilde voortzetten en bij het publiek zeer geliefd was en de richting die uit was op politieke en culturele vernieuwing. De kunstenaars van en rond de in 1948 opgerichte CoBrA-groep (1948-1951) behoorden tot de laatste groep.

Spil in de na-oorlogse kunstwereld was kunstenares Frieda Hunziker (1908-1966). Veel mensen kennen haar naam niet meer, maar in de jaren dertig begon ze te schilderen in een vereenvoudigde realistische stijl. Haar werk werd in de loop der jaren steeds abstracter en kleurrijker. In 1947 richtte zij met een aantal andere kunstenaars de kunstenaarsgroep Vrij Beelden (1947-1950) op, een groep waarvan de deelnemers abstracter gingen werken en die niet gebonden was aan andere groepen.

Veel werk van de kunstenaars van en rond de CoBrA-groep kwam al vroeg in Schiedam terecht. De toenmalige directeur van Stedelijk Museum Schiedam, Daan Schwagermann (1920), was zeer geïnteresseerd in het werk van juist de moderne kunstenaars en richtte zich vanaf 1954 op ‘thans levende kunstenaars’. Ook waren er in Schiedam veel verzamelaars en liet de Schiedamse drukker Goos Verweij (1912-1998) zich bijvoorbeeld voor zijn drukwerk graag in natura betalen met werk van deze jonge kunstenaars.

Pierre Janssen (1926-2007) die in 1956 Schwagermann als directeur opvolgde, besteedde het hele jaarbudget van 6000 gulden aan gouaches van Karel Appel. Hij kreeg er 26 gouaches voor, maar het bleek dat Appel in die tijd zo arm was dat hij zijn doeken niet alleen aan de voorkant beschilderde, maar ook aan de achterkant. Zo kreeg hij er dus eigenlijk meer dan 26. Wat wel jammer was, was dat de kwaliteit verf niet erg goed was, zodat het later moeilijk was het werk te restaureren.

Karel Appel hield van materiaalexperimenten. Bij hem ging het niet alleen om het beeld, maar ook om het gebruik van het materiaal. Zo bestaat zijn schilderij ‘Oerbeest’ eigenlijk uit 4 schilderijen. Hij schilderde de eerste twee schilderijen over en schilderde ook nog op de achterkant van zijn werk.

Zijn ‘Mannetje met de zon’ (zie afbeelding bij dit artikel) is een metafoor voor de vrijheid. De zon verdween, maar het mannetje haalde de zon met zijn wagentje weer terug en bracht zo weer kleur in de kunst.

Constant Nieuwenhuis (1920-2005) liet zich onder meer inspireren door werk van Picasso (1881-1973), Miró (1893-1983) en Jorn (1914-1973). Hij voelde zich aangetrokken tot het marxisme en vond dat kunst echte volkskunst moest worden. Als symbool gebruikte hij graag vogels. Zij maakten voor hem de diepste emoties kenbaar. Hoewel hij met een positief wereldbeeld uit de Tweede Wereldoorlog kwam, verdween deze positiviteit snel toen de Korea-oorlog (1950-1953) uitbrak.

Corneille (1922-2010) vond zijn vrijheid in persoonlijke ontplooiing. Hij noemde zichzelf een blije schilder. Ook voor hem was de vogel een belangrijk symbool voor vrijheid en mannelijkheid. Hij ging graag op reis en liet zich onder andere inspireren door zijn omgeving. Zo ging hij onder meer in vogelperspectief werken. Klee (1879-1940) en Miro waren zijn grote voorbeelden.

Tegenwoordig is er ook wat meer aandacht voor de vrouwelijke kunstenaars die in dezelfde tijd aan het experimenteren waren, zoals voor het werk van de al genoemde Frieda Hunziker. Onlangs kocht het museum ook werk aan van beeldhouwster Lotti van der Gaag (1923-1999). Ook zij werkte in die tijd, net als Appel, in Parijs, kende de kunstenaars van CoBrA goed, maar ging haar eigen weg en liet zich inspireren door Zadkine (1888-1967). Haar werk dat aan alle kanten open is, kenmerkt zich door lucht en ruimte en staat ook voor vrijheid.

Aan de deelnemers van de lezing werd gevraagd welk woord of beeld voor hen voor vrijheid stond. Dit resulteerde naast in mooie tekeningen in woorden als: vogels, zon, vliegen, fietsen, los van regels, zingen, naar buiten gaan, dromen en onbevangen zijn.

Ons eerdere artikel waarin de lezing werd aangekondigd kun je hier lezen:
https://www.deschiedammeronline.nl/artikel/details/online-te-volgen-lezing-over-cobra-en-vrijheid

Afbeelding: Karel Appel, Mannetje met de zon, 1947. Aankoop Stedelijk Museum Schiedam van de kunstenaar, 1958. © Karel Appel Foundation, c/o Pictoright Amsterdam 2021

25-04-2021