Over wederopbouw van afgebrande panden tot Jenevermuseum

Over wederopbouw van afgebrande panden tot Jenevermuseum

SCHIEDAM - Vrijdag 23 juni werd in het kader van de tentoonstelling ‘Brand bij de branders’ (te zien tot en met 2 juli 2023) in het Nationaal Jenevermuseum een lezing verzorgd door architect Cor Bouwstra over de restauratie van de panden Lange Haven 74-76. Na de brand in 1985 stonden de panden jarenlang leeg.

door Rob van der Stel (tekst en foto's)

Bouwstra is eigenaar van VB erfgoed & architectuur, dat in 1979 werd opgericht als Verlaan en Bouwstra Architecten. Als specialist in restauratie en herbestemming van monumenten werd het bureau destijds gevraagd de uitgebrande panden aan de Lange Haven 74-76 te renoveren. Bouwstra heeft nog veel meer markante restauraties op zijn naam staan en voegt nog steeds nieuwe aan zijn c.v. toe. Zo is hij momenteel bezig met de restauratie van het aquarium van Artis. 

Na de brand op 28 februari 1985 werd, op initiatief van Jos Gunneweg, het plan geopperd om de uitgebrande branderij (die bekend stond van haar belangrijkste merk 'De Locomotief') nieuw leven in te blazen, nadat men zich realiseerde dat de jenevergeschiedenis voor de stad bewaard moest blijven. Er kwamen inzamelingsacties en onder meer een Europese subsidie voor de nieuwe ambachtelijke distillateur ‘De Gekroonde Brandersketel’. Zonder museum zou er geen herbouw plaatsvinden, een belangrijk thema werd ‘Van korrel tot borrel’.

Tussen 1987 en 1989 ontstond er een museumplan waarbij het volgende gerealiseerd diende te worden: een werkende moutwijnbranderij, vaste expositieruimte, mogelijkheid tot wisseltentoonstellingen, een proeflokaal en een documentatiecentrum. Kernspelers waren Jos Gunneweg als initiatiefnemer en Ronalt Osterholt die de tekeningen maakte, alsook Reinier Scheeres en Bob de Kuyper die de bestuurlijke taken van de stichting verzorgden.

Tussen 1989 en 1996 werd gewerkt aan de realisatie en werd er veel publiciteit gegeven aan de herbouw van de branderij. Tijdens de lezing gaf Bouwstra aan de hand van foto’s en tekeningen een beeld van de werkzaamheden vanaf de fundering met negentien meter lange palen, de opbouw van de toiletgroep, enkele dienstruimten en natuurlijk de branderij met de ketels. Verder vertelde hij hoe ze op zoek moesten naar hout met voldoende lengte. Dit hout werd uiteindelijk gevonden in Frankrijk. De twee puntdaken keerden, ondanks bezwaren van de monumentencommissie, niet terug en het pand kreeg twee klokgevels.

In 1996 opende minister Van Aartsen het museum officieel door een zakje gist in een van de beslagkuipen te storten.

lezingbrand

26-06-2023