SCHIEDAM - In de afgelopen week verzorgden Suzanne Klüver en Ruud Paesie interessante lezingen waarin, zelfs voor leden van de historische vereniging, vele nieuwe wetenswaardigheden naar voren kwamen.
door Rob van der Stel (tekst en foto’s onder het artikel)
Sinds 13 oktober is in de Melcherszaal van het Nationaal Jenevermuseum de tentoonstelling ‘Blauw van de Jenever’ te bewonderen. Al vanaf de 17de eeuw worden diverse alcoholische dranken zoals bier en wijn geschonken uit het beroemde Delfts blauw. Jenever werd meestal in glas bewaard maar vanaf het eind van de 19de eeuw veranderde dat. Diverse Schiedamse en Nederlandse distillateurs begonnen gebruik te maken van het decoratieve aardewerk. Naast flessen werden andere voorwerpen zoals asbakken, klompjes en bordjes besteld om hun producten bekend te maken. Een ander voorbeeld is de KLM die Delfts blauwe huisjes gevuld met jenever over de hele wereld verspreidde. Deze collectors items zijn eveneens te bewonderen in het museum en er volgt binnenkort een ruilbeurs.
Op 17 oktober verzorgde Suzanne Klüver op de Graanzolder een goed bezochte lezing: ‘Proost! Van bobbejak tot jeneverfles’, Drank- en drinkgerei van Delfts aardewerk. Suzanne, gespecialiseerd in Aziatisch (gebruiks)porselein binnen de Nederlandse archeologie, vertelde over het ontstaan van Delfts aardewerk en welke bijzondere voorwerpen voor het nuttigen van alcoholische dranken er door de eeuwen heen zijn gemaakt.
Dankzij de samenwerking van het Anthonisgilde, de Historische Vereniging Schiedam en het Nationaal Jenevermuseum mocht historicus Ruud Paesie op 20 oktober de lezing ‘Dragend bestaan’ presenteren. Ruud vertelde over de Amsterdamse graandragers, hun dagelijks bestaan, de organisatie en de banden met hun opdrachtgevers. In het verhaal zaten veel overeenkomsten met de Schiedamse Zakkendragers verenigd in het Anthonisgilde.
In 2009 ontdekte Paesie de volledige financiële administratie van het Korendragersgilde (1596-1890). ‘Drie kloeke folianten’, die tezamen uit zo’n duizend beschreven bladzijden bestaan met tot nu toe onbekende feiten. Zoals bijvoorbeeld een grote inbraak in het Korendragershuisje onder de Oude Brug in 1821. Daarbij werden alle kasten opengebroken en voor maar liefst 16.692 gulden aan contanten gestolen.
Zijn bevindingen heeft Ruud beschreven in zijn boek ‘Dragend bestaan’ Amsterdamse korendragers in historisch perspectief, ca. 1525 – ca. 1940.
De foto boven het artikel: Suzanne Klüver (foto door Vincent Krabbendam)