SCHIEDAM - Het Hoogheemraadschap van Delfland heeft de Doe Weer Mee! - Pluim 2024 gekregen. Deze prijs wordt elk jaar uitgereikt aan organisaties die zich inzetten voor het verminderen van laaggeletterdheid en het bevorderen van deelname in de samenleving. Delfland kreeg de Pluim, omdat zij zich sterk maakt voor duidelijke en begrijpelijke communicatie met burgers, met extra aandacht voor mensen met minder taalvaardigheden.
De prijs werd zaterdag uitgereikt tijdens het evenement in het Glazenradiohuis in de Hoven Passage in Delft. Dit evenement vond plaats tijdens de landelijke Week van Lezen en Schrijven. Wethouder Gooijer van Delft reikte de Pluim uit. Er was ook een bos bloemen voor Nicky Daved, coördinator externe dienstverlening bij Delfland, voor haar “buitengewone” inzet en aandacht voor duidelijke taal. De organisatie Doe Weer Mee! wil laaggeletterdheid bestrijden en ondersteunt mensen bij het ontwikkelen van vaardigheden die nodig zijn om volwaardig mee te doen in de samenleving.
Erkenning voor duidelijke communicatie
De jury prijst Delfland voor haar verantwoordelijkheid en inzet om helder met burgers te communiceren. Het juryrapport: “Naast jullie hoofdtaak letten jullie er ook op om mensen naar de juiste plek te verwijzen. Jullie trainen medewerkers om duidelijk te communiceren en willen een gastvrije organisatie zijn. Dat jullie aandacht hebben voor basisvaardigheden is de reden om deze prijs aan jullie te geven.”
Secretaris-directeur Pieter Janssen van Delfland is trots op de erkenning: “Het is een eer om deze Pluim te ontvangen. Het laat zien dat onze inspanningen om duidelijk te zijn voor onze inwoners worden gewaardeerd. Maar dit is nog maar het begin. We hebben al veel van onze brieven en de teksten op onze website aangepast. Ook onze medewerkers van het klantcontactcentrum werken met duidelijke taal.”
Direct Duidelijk Deal
Het winnen van de Pluim sluit goed aan bij Delflands ondertekening van de Direct Duidelijk Deal eind vorig jaar. Met deze afspraak belooft Delfland om begrijpelijk en toegankelijk te communiceren. De afgelopen tijd zijn er al belangrijke stappen gezet. Zo zijn de teksten op de website voor een groot deel herschreven, er is en Klimaatquiz ontwikkeld waarbij moeilijke klimaatwoorden vertaald zijn naar begrijpelijke taal.
Alle standaardbrieven die de bewoners ontvangen van Delfland, zijn herschreven. Ook is de interne handleiding bijgewerkt om medewerkers richtlijnen te bieden bij het schrijven van begrijpelijke teksten. Meer dan vijftig medewerkers van Delfland hebben een schrijftraining gevolgd. Hierbij zijn ze aan de slag met de verschillende taalniveaus en het centraal stellen van de lezer.
Janssen: “In onze regio wonen naar schatting ongeveer 250.000 mensen die moeite hebben met lezen en schrijven. Veel meer dan het aantal inwoners van een middelgrote stad in Nederland. Ja, ons werk om het water te beheren, de kwaliteit ervan te verbeteren en maatregelen te nemen vanwege de verandering van het klimaat, is soms ingewikkeld. Maar het is als overheid onze taak en plicht om alle burgers goed en in begrijpelijke taal te informeren.”
Inwoners helpen mee
Janssen: “Wij hebben veel goede stappen gezet, maar er is altijd ruimte om nog beter te worden. De ontwikkelingen gaan door, ook op het gebied van taal, middelen en kanalen die onze inwoners gebruiken. Daarom ontwikkelen we ons steeds verder en blijven we ons inzetten voor een dienstverlening die iedereen begrijpt.”
Delfland gaat binnenkort hierbij ook inwoners en bedrijven betrekken. Eind deze maand zal Delfland starten met de werving van leden voor een klankbord. Ze zullen Delfland ideeën gaan geven voor de ontwikkeling van nieuw beleid en verbetering van de dienstverlening. Janssen: “We weten dat onze inwoners beschikken over veel kennis en kunde. Die willen we benutten. Ik roep onze inwoners op om onze website de komende tijd in de gaten te houden en het ons te laten weten als ze geïnteresseerd zijn in het klankbord. Zoals wij dat bij Delfland zeggen: het doet er echt toe wat jij doet voor ons water, onze natuur en samenleving.”
Foto:
Jelle Visser, Nicky Daved en Pieter Janssen