SCHIEDAM - "Schiedammers en toeristen moesten er net iets langer op wachten dan gedacht. Na het steken van de nieuwe roeden begin deze maand, gooide slecht weer roet in het eten. Het zorgde voor vertraging maar inmiddels draaien de wieken van deze karakteristieke molen weer vertrouwd hun rondjes aan de Westvest. Het wiekenkruis heeft een ander uiterlijk gekregen maar toch ook niet helemaal. Dat heeft alles te maken met de geschiedenis van deze molen", zo laat Stichting De Schiedamse Molens weten.
Molen De Walvisch kreeg in 1943 al eens wiekenroeden met Van Busselneuzen. Dit was een nieuwe techniek waarbij de voorkant van de roeden wat lijkt op een vliegtuigvleugel met een ingebouwde regelklep. Het systeem was tien jaar daarvoor bedacht door molenmaker Van Bussel uit Weert en toegepast op verschillende molens door heel het land. En tot 1959 zat het dus ook op één van de reuzen van Schiedam.
Toen een jaar geleden bleek dat molen De Walvisch weer nieuwe roeden nodig had ontstond het idee om dit verbeterde wieksysteem weer in ere te herstellen. Het laat zien dat tot in de 20e eeuw nog allerlei uitvindingen werden gedaan om de eeuwenoude Nederlandse windmolens te verbeteren.
Beneden in de molen vind je de molenwinkel en de entree voor het museum. Hebben zij gemerkt dat de molen daarboven weer draait? “Jaaa, en onze klanten vinden het geweldig", zegt molenwinkelmedewerker Hetty Noordhoek. “Ze zijn erg betrokken bij de molen en komen vrolijk binnen zodra de molen draait.”
“Museumbezoekers kijken al vol ontzag naar de hoogte van deze molen", zo vult museumdewerker Linda Spiekerman aan. “Als ze na een bezoek weer naar beneden komen, zijn ze altijd onder de indruk van de snel draaiende wieken. En ze worden helemaal enthousiast als ze één van onze molenaars hebben ontmoet.”
Boven op de balie, de houten omloop rond de molen, zoeven de wiekeinden vlak boven de balieplanken voorbij. Molenaar Matthieu Zuiderwijk heeft dan ook twee zeilen voorgelegd om hem lekker hard te laten lopen. “Het mooiste is toch als hij tegen de 80 enden gaat. Dat zijn het aantal wiekeinden die binnen een minuut langskomen.” Het is voor het eerst dat hij met Van Busselneuzen draait en hij geniet ervan. “Ik wil natuurlijk wel de regelkleppen zien werken. Die gaan open bij voldoende middelpuntvliedende kracht en remmen dan de wieken wat af. Hierdoor heb je minder last van sterke windvlagen die de molen sneller laten draaien dan gewenst.”
De aanwezige museumbezoekers zien inderdaad de kleppen af en toe bewegen en waarderen de uitleg van de molenaar. “Mensen vinden het altijd leuk om te weten waar ze nou precies naar kijken”, zo vervolgt Zuiderwijk. “Wat dat betreft zouden we best meer molenaars kunnen gebruiken zodat men elke dag de molen in beweging ziet. Een molenaarsopleiding is voor de meesten misschien wat teveel gevraagd maar een cursus tot molengids duurt maar twee dagen en is ontzettend leuk om te doen. Wie interesse heeft kan zich altijd melden.”
Museummolen De Walvisch is van dinsdag t/m zondag te bezoeken. De molenwinkel is open van woensdag t/m zaterdag.
Voor meer informatie op www.jenevermuseum.nl/museummolen
Foto: molenaar Matthieu Zuiderwijk houdt een regelklep van een wiek open (foto door Paul Sporken)