SCHIEDAM - Volgens de gemeente Schiedam is 54% van de woningen in Schiedam een sociale huurwoning. Volgens de definitie van de provincie Zuid-Holland komt dit percentage in Schiedam slechts op 31% uit. Raadsleden Maarten Reuderink (Ouderen Partij Schiedam) en Cock de Jong (AOV Schiedam) hebben hierover vragen gesteld aan het college van B&W.
"Geacht college,
Wij beleren u graag over uw misslagen en procedurefouten, maar dat verplicht ons dan ook om eveneens publiek te vermelden als er wel iets goed gaat. Onze technische vragen over de definitie van het begrip sociale huur en het verschil van mening over die definitie tussen de Gemeente Schiedam en de Provincie Zuid-Holland zijn niet alleen snel, maar ook adequaat beantwoord.
Dat betekent dat er wel een politiek verschil van inzicht overblijft en daar gaan onze vragen dan ook over.
In Schiedam wordt makkelijk geschermd met de volgens sommigen absurd groot aantallen sociale (huur)woningen. Het dieptepunt op dit gebied was een D66 raadslid in de vorige periode, die dit aantal op ‘Bijbelse proporties’ inschatte. Daar is niet direct (zelfs niet volgens de schaal van Mock) een cijfer aan te hangen, maar hij bedoelde vast dat het er (te) veel waren.
De Provincie Zuid-Holland wil nu alleen de sociale huurwoningen in het bezit van corporaties meetellen voor de voorraad sociale huurwoningen, terwijl de Gemeente Schiedam ook particulier bezit mee wil tellen voor het vaststellen van die voorraad.
Uit de nu aan ons geleverde cijfers (nogmaals compliment) blijkt dat de sociale voorraad met het meetellen van particulier bezit 54% betreft, maar zonder het meetellen van particulier bezit maar 31%. Dat is een substantieel verschil.
Bent u het met ons eens dat de Provincie Zuid-Holland een punt heeft dat het minder duidelijk is of dit nu door de Gemeente Schiedam meegetelde particulier bezit langere tijd beschikbaar blijft als sociale voorraad?
Bent u het met het ons eens dat het meetellen van het particulier bezit een vertekend beeld geeft, omdat het ook woningen, die nu grotendeels door Oost-Europese arbeidsmigranten worden bewoond en in de praktijk niet of nauwelijks zijn gewenst door andere woningzoekenden, betreft?
Bent u het met ons eens dat de definitie van de sociale voorraad, zoals gehanteerd door de Provincie Zuid-Holland , een zuiverder beeld geeft van de sociale voorraad, zoals die in de praktijk beschikbaar is voor Schiedamse woningzoekenden?
Bent u bereid om de adequatere definitie van het begrip sociale voorraad van de Provincie Zuid-Holland alsnog over te nemen?
Met vriendelijke groet,
Maarten Reuderink
Cock de Jong"