Hoe kwam jij tot je schoolkeuze?

Wat maak je mee als je van basis- naar middelbare school overstapt?

Wat maak je mee als je van basis- naar middelbare school overstapt?

SCHIEDAM - Het nieuwe schooljaar is inmiddels zo’n drie maanden oud. Wat maak je mee als je van de basisschool naar de middelbare school bent overgestapt? En hoe kijk je terug op het eerste jaar middelbare school? We spraken erover met twee leerlingen van het Stedelijk Gymnasium Schiedam, Aylin uit klas 1 en Kristoff uit klas 2. Ook Susanne Meerbach, teamleider leerjaar 1 en 2 en docent Engels, en rector Stytia de Leeuw komen aan het woord. 

door Jan Schrijver

Aylin is met haar 11 jaar een jonkie op school. Op haar basisschool, Kleurrijk, sloeg ze een klas over. Ze kreeg een vwo+/gymnasium-advies. Toen ze vorig jaar een school ging kiezen, bezocht ze twee middelbare scholen in Schiedam. “Het Stedelijk was rustiger,” zegt Aylin, “en ik had al ruimschoots met de school kennisgemaakt door de ‘talentenklas’. Toen had ik dertig weken les op het gymnasium, terwijl ik ook nog op de basisschool zat. Het onderwerp in die talentenklas was democratie.” Het is niet dat ze bewust heeft gekozen voor de vakken Grieks en Latijn. “Het is afwachten wat je van die vakken vindt, maar de eerst paar weken heb ik het in ieder geval leuk gevonden.”

Kristoff is 13 jaar. Hij kreeg van zijn basisschool, Het Windas, hetzelfde schooladvies als Aylin. Kristoff ging voor zijn keuze grondig te werk: hij bezocht ter oriëntatie vier middelbare scholen, drie in Schiedam en een in Vlaardingen. Samen met zijn vader maakte hij een lijst met plussen en minnen van de vier scholen. “Uiteindelijk koos ik voor het gymnasium. Ik had al meegedaan aan de ‘Junior Masterclasses, dus ik wist dat ik me er thuisvoelde.” Die masterclasses hebben onderwerpen als ‘bouw zelf een telescoop’, ‘creëer je eigen land’ of ‘uitvinders en wetenschappers’.

Project plus: promotiefilm voor een restaurant
Afgelopen schooljaar, zijn eerste jaar op het Stedelijk Gymnasium Schiedam, heeft Kristoff meegedaan aan het ‘project plus’: “Dat is gaaf! Dan mag je sommige gewone lessen overslaan en een eigen doel kiezen om aan te werken. Ik heb een promotiefilm gemaakt voor een restaurant in Schiedam. Ik had een leuk TikTok-filmpje gezien, dat heb ik gebruikt als voorbeeld.” Andere leerlingen ontwikkelden bijvoorbeeld een nieuw bordspel, ontwierpen een duurzaam huis of maakten een echte Iron Man-helm. Susanne Meerbach: “Aan het eind van het schooljaar presenteren de deelnemers hun project. Ze vertellen dan hoe het ze gelukt is. Het kan ook dat ze vertellen waarom iets niet gelukt is, ook van dingen die niet lukken kun je immers leren.” Ook rector Stytia de Leeuw is trots op het project: “Wie nog meer aankan dan de standaard lesstof, verveelt zich vaak en loopt niet meer zo snel warm voor school. We doen dit al jaren, maar het is iedere keer opnieuw inspirerend om te horen hoe leerlingen, soms voor het eerst sinds lang, enthousiast worden over een zelfgekozen onderwerp en kritisch naar hun eigen leerproces leren kijken. Ze groeien er echt van.”

Wennen
Wat vinden Aylin en Kristoff van de overgang van een basisschool naar de middelbare school? Aylin: “Ik moest er erg aan wennen dat er voor elk vak een andere leraar voor de klas staat. Nu ik een paar weken op de middelbare school zit, vind ik die afwisseling juist wel fijn. Wat nog niet gewend is: elke dag moet je je schooltas opnieuw inpakken, voor het rooster van de dag. Vergeet je iets, dan is dat vervelend tijdens de les. Nog een verschil: op de basisschool bleven al je spullen op school.”  Kristoff: “Ik had gedacht dat het op een Amerikaanse High School zou lijken, zoals je dat weleens in films op televisie ziet. Ik ben er inmiddels achter dat onze middelbare school er helemaal niet op lijkt. Wat ik raar vond: dat je voor verschillende vakken naar een ander lokaal moet, dat was wennen. Op de basisschool weet je op een dag vooraf niet wat er gedaan gaat worden. Hier wel, je hebt een vast rooster. Een les duurt 80 minuten. En zoals Aylin al zei, dat je met verschillende leraren te maken hebt. De ene leraar legt heel veel uit in zo’n les. De andere leraar laat je vooral heel veel zelf oefenen.”

Vak waarin je leert hoe je moet leren
Bij Aylin is inmiddels nog iets te binnen geschoten wat ze ‘raar’ vindt. “Je krijgt hier ook een vak waarin je leert hoe je moet leren. Dat is toch wel apart, maar ik had al snel door dat het eigenlijk nodig is. Op de lagere school heb ik eigenlijk nooit iets aan huiswerk hoeven doen. Hier is dat wél nodig. Ik heb op het gymnasium vorige week voor de eerste keer een toetsweek gehad. Ik heb er vertrouwen in, ik had goed geleerd. Wat nieuw was, dat ik alle tijd nodig had om de toetsen te maken. Op de basisschool was ik met proefwerken altijd heel snel klaar.”

Voorzichtig opbouwen
Susanne Meerbach: “We willen het toetsen in de eerste klas voorzichtig opbouwen, we moeten oppassen voor te veel stress. Er zijn hier genoeg leerlingen die op de basisschool nog nooit een onvoldoende hebben gehaald. En dat kan hier dan echt wel gaan gebeuren. De kinderen moeten leren hoe je met zo’n teleurstelling omgaat. Vergeet niet dat onze leerlingen op de basisschool doorgaans tot de ‘slimste leerlingen’ van de klas hoorden. Nu zitten ze met al die slimme kinderen in één klas. Het stukje ‘herkenning’ is prettig, maar je moet wel weer je plekje vinden in de situatie dat je niet per se de beste van de klas bent.”

Een onvoldoende kun je ophalen
Het gebeurde Kristoff vorig schooljaar dat hij tegen een onvoldoende aanliep. “In het begin van de eerste klas was dat. Dat was wel een beetje schrikken voor me, oei, dat vak ga ik niet halen, was een gedachte. Als snel kom je er gelukkig achter, dat je in een schooljaar genoeg mogelijkheden krijgt om een onvoldoende op te halen. Een onvoldoende geeft je ook een zetje om erover na te denken hoe je je de volgende keer beter kunt voorbereiden.” 

Metacognitie & Leervaardigheden
Het vak waarin je leert leren, heet op het gymnasium M&L: Metacognitie & Leervaardigheden. M&L staat het hele eerste schooljaar op het rooster voor een halve les ofwel 40 minuten per keer. Susanne Meerbach licht toe: “Je leert onder meer plannen en hoofd- en bijzaken scheiden. Je leert nadenken over de manier van leren die bij je past. We zeggen: gebruik je tijd efficiënt, zodat je ook naast school een leven hebt.” 

Lentor
Als eersteklasser krijg je ook hulp van een ‘lentor’. Dat zijn leerlingen uit de bovenbouw die de mentor assisteren. Kristoff: “De lentoren zijn aanwezig bij elk mentoruur. Ook met klassenuitjes gaan ze mee. Ik vind het fijn dat je met vragen ook bij een lentor terechtkunt.” Aylin: “Zij hebben inmiddels jaren ervaring met huiswerk, fijn dat ze je daar tips over geven.” 

Crew
Kristoff is inmiddels dus over naar de tweede en hij heeft zojuist zijn eerste sollicitatie achter de rug, op school wel te verstaan. Op het Stedelijk Gymnasium Schiedam is er een ‘crew’. Als je aangenomen bent voor deze crew, geef je de school technische ondersteuning, bijvoorbeeld op de benefietavonden, of je helpt met de organisatie van open dagen en andere evenementen, zoals schoolfeestjes. Stytia de Leeuw: “De school wordt op deze manier nog meer van de leerlingen zelf. Als je bijvoorbeeld mee hebt mogen werken aan je eigen schoolreis, ben je ook echt trots als die een succes is.”

Geen kennisfabriek
De school wil niet alleen een kennisfabriek zijn. “We hebben van klas 1 tot en met 6 lichamelijke opvoeding op het rooster staan. Daarnaast krijgen alle leerlingen vakken waarin ze hun creativiteit ontplooien. Onder meer een vak waarin ze theater maken (deels gecombineerd met muziek) en een vak Ontwerpen & Maken, waarvoor bijvoorbeeld 3d-printers en lasersnijders beschikbaar zijn. Het geeft een kick om je ideeën uit te voeren en het resultaat vast te kunnen houden”, zo legt Susanne Meerbach uit. 

Wat wil je later worden?
Hebben Aylin en Kristoff al een idee over wat ze later, met alle op school opgedane kennis en vaardigheden én een diploma op zak, willen gaan doen? Aylin: “Iets van dokter, laborant of architect.” Kristoff is hierin minder uitgesproken: “Vroeger wilde ik chef-kok worden. Nu denk ik meer aan iets aan de talenkant.” Je zou kunnen zeggen - al spreken beide leerlingen nog niet in die termen - dat Kristoff meer voor de alfa-kant kiest en Aylin meer voor de bèta-kant. Niet dat Aylin niks met talen zou hebben, integendeel. Ze schreef al een kinderboek, als verjaardagscadeau voor haar zevenjarige zusje. “Is het al te koop?” vragen wij aan de jeugdige auteur. “Nee, dat niet. Ik heb het verhaal, over een fantasiewereld, met de hand geschreven in een schrift, veertig pagina’s. Ik heb het haar wel al voorgelezen.”

08-11-2022