door Jan Schrijver

Op de foto boven zie je de samenstellers van deze tentoonstelling, Wim Lagendijk (links) en Henk Hettinga. Vanaf circa 1880 werd het pas technisch mogelijk om dergelijke gietijzeren instrumenten te vervaardigen, zo legt Lagendijk uit. Bij een distillateur was aan vuur nooit gebrek, want er werd immers gestookt. Na het verhitten van de in gietijzer uitgevoerde logo's konden de distillateurs hun merknaam of productnaam op een vat of kist branden. In hun handen hebben zij zo'n loodzwaar brandmerk. Overigens werd er ook met houten sjablonen gewerkt om met verf merken aan te brengen, met name toen de kwaliteit van de verf beter werd.

In de tentoonstelling zie je een verzameling van deze brandijzers. Je ziet ook andere voorwerpen die meer dan een eeuw geleden gebruikt werden in de marketing door de jeneverindustrie, nog voordat het woord marketing bestond. Zo zie je het 'Register op de Fabrieks- en Handelsmerken' van het 'bureau voor den industriëelen eigendom te 's-Gravenhage'. In 1881 werd in ons land het Fabrieksmerkenregister als wet aangenomen.

Diederik von Bönninghausen, directeur van het Nationaal Jenevermuseum, vertelde dat het museum in de Melcherszaal eigen exposities en tentoonstellingen door andere organisaties in de stad ('Stad te gast') wil afwisselen. De laatste expositie in de Melcherszaal was er een organisatie uit de Stad te Gast, te weten Stichting KunstWerkt ter gelegenheid van het dertigjarige jubileum. Nu dus de eigen expositie BRANDMERK. Van de zomer is er opnieuw een organisatie uit de stad te gast, te weten Stichting De Schiedamsee Molens. Von Bönninghausen merkte nog op dat in het depot van het museum heel veel materiaal aanwezig is, waaruit rijkelijk geput kan worden voor interessante toekomstige eigen exposities in de Melcherszaal.