SCHIEDAM - Schrijfster Dido Michielsen was vanmiddag bij boekhandel Post Scriptum om te vertellen over haar tweede roman 'Engel en kinnari'.
door Louise Melchers
Met haar vorige boek ‘Lichter dan ik’ won Michielsen in 2020 de Boekhandelsprijs. ‘Lichter dan ik’ vertelt het verhaal van Isah, een njai in het Nederlands-Indië van rond 1850. Veel Nederlandse mannen in Indonesië hielden er in die tijd een huishoudster annex concubine op na. Zo’n vrouw werd door haar omgeving vaak aangeduid als ‘woordenboek’ of ‘meubelstuk’, benamingen die haar status al aangaven.
De mannen kregen ook kinderen met deze vrouwen. De kinderen werden meestal niet door hun vader erkend en ook trouwde hij vaak niet met zo’n vrouw. Zodra er een echtgenote uit Nederland kwam, werden de njai en haar kinderen weggestuurd en stonden ze er alleen voor. Wat dit voor deze vrouwen en hun kinderen betekende, vertelt Dido, die zelf ook een nazaat van een njai is, in haar boek op meeslepende wijze.
Haar nieuwe boek, ‘Engel en kinnari’ gaat verder waar ‘Lichter dan ik’ ophoudt, al zijn de boeken ook los van elkaar te lezen. De hoofdpersoon, Louisa, dochter van een njai en een Nederlandse officier is op haar 13e aan een veel oudere man uitgehuwelijkt. Ze gaat op zoek naar haar ouders. Als Indo-Europese behoort ze tot de koloniale bovenlaag van Nederlands-Indië en moet zich eigenlijk gelukkig prijzen, maar zo voelt het voor haar niet.
Door veel te lezen hoopt ze te ontsnappen aan haar huisvrouwenbestaan. In de literatuur is veel sprake van micro-agressie, ook in Indische literatuur spreekt men bijvoorbeeld van 'goed gedresseerde inlanders'. Wat doet dit met haar? Wat voor invloed hebben onder meer werken van Louis Couperus en P.A. Daum op haar? Is ze nu een westerse engel of een oosterse kinnari? Haar Chinese vriendin en haar secretaris Dimas zorgen ervoor dat Louisa haar eigen leven op een andere manier gaat bekijken.
In beide boeken wordt ruim aandacht geschonken aan Indonesische kunstvormen zoals het batikken en het gebruik van diverse patronen. Voor Europeanen was een batik een batik, maar zelfs de allerarmste Indonesiër kocht liever geen batik dan een die goedkoop door een Europese fabriek zonder kennis van zaken was gefabriceerd. Een kinnari is een liefdesgodin, zoals onder meer afgebeeld op de Borobudur, een boeddhistische tempel op Midden-Java. Ze waakt over het welzijn van mensen in tijden van problemen of gevaar. Haar uiterlijk deed veel Europeanen echter ook denken aan een bazuinengel die de dood aankondigt.
Van het boek Lichter dan ik werden tot nu toe zo’n 100.000 boeken verkocht, het werd in diverse talen vertaald, waaronder Indonesisch, Italiaans en Servisch, er werd een toneelstuk van gemaakt en inmiddels zijn ook de filmrechten van het boek verkocht. Ook in Indonesië werd het boek goed ontvangen, met name door jonge vrouwen die graag willen weten hoe het vrouwen in vorige generaties verging.
Beide boeken zijn romans, maar wel gebaseerd op familieverhalen van zowel moeders- als vaderskant van de familie van Dido Michielsen. Michielsen wil geen activistisch verhaal vertellen, maar wel een verhaal over je verloren voelen tussen twee werelden, je mogelijkheden om je te ontwikkelen en een verhaal van, naast protest en opstand, vooral hoop.
Eerder schreef Dido Michielsen 'Dochters van ver', 'Lisa & Lin: Vijf weken terug in China' en 'De redding van de familie Van Cleeff'.
Foto boven: schrijfster Dido Michielsen naast gastheer Gerben de Bruijn van boekhandel Post Scriptum. Foto in artikel: Dido Michielsen vertelt over haar werk (foto door Coen van 't Veer).