SCHIEDAM - Anne de Haij geeft ons alvast een kijkje in het gebouw van het Stedelijk Museum Schiedam, dat een grondige verbouwing ondergaat en dat op 14 mei aanstaande feestelijk heropent.
door Jan Schrijver
Op 4 oktober 2020 sloot het museum de deuren voor de noodzakelijke renovatie van het gebouw in opdracht van eigenaar de gemeente Schiedam. In februari 2021 startte Anne de Haij - in het museum dat tijdelijk gebouwloos was - als de nieuwe directeur. Met het museumteam werden diverse popup-tentoonstellingen en -activiteiten georganiseerd, met als extra complicatie de coronacrisis. De spectaculaire cocon in de Grote- of Sint Janskerk van Florentijn Hofman moest met mondkapje op betreden worden. Strenge coronamaatregelen golden er ook in het Kijkdepot in de Havenkerk. De spectaculaire expositie met post-graffitikunst Glashard in de Glasfabriek, moest door het oplaaien van het virus veel vroeger dan gepland de poorten weer sluiten.
Tot overmaat van ramp liep de verbouwing van het museumgebouw – het rijksmonument ‘Sint Jacobs Gasthuis’ – om allerlei bouwkundige redenen uit. De oorzaken lagen geheel buiten de invloedssfeer van het museum, maar het werd er niet gemakkelijker op voor het museum en de nieuwe directeur om de nieuwe tentoonstellingen te kunnen plannen en voorbereiden.
Ook privé is Anne de Haij, die in Rotterdam woont, met een dermate ingrijpende verbouwing bezig dat zij en haar man besloten gedurende de verbouwing met het gezin in een huurhuis te gaan wonen. Dat is een huis geworden aan de Lange Haven in Schiedam. “Heel fijn, op loopafstand. En mensen zeggen wel tegen me, dat het tientallen jaren geleden is dat de directeur van het museum in Schiedam woonde. Nou, dat is dan nu het geval, al is het tijdelijk. En zeg nou zelf, Schiedam en Rotterdam, dat zijn toch steden met eenzelfde aanpakkersmentaliteit.”
Nou, aanpakken is het zeker voor de nieuwe museumdirecteur, want het is niet zo lang meer tot heropeningsdatum 14 mei en er moet nog heel wat gebeuren binnen in het museum. “En voor je er zelf over begint, ik ben in inderdaad in verwachting. Mensen zeggen wel eens, hoe doe je het, leven en werken te midden van twee verbouwingen en tegelijkertijd in verwachting. Tot nu toe is het goed te doen. Ik krijg er ook veel positieve energie van alles te zien groeien. Ik zal je wat zalen laten zien, niets is nog af, maar je krijgt er wel een eerste indruk van hoe mooi het wordt.”
In de eerste zaal – in de vleugel aan de linkerflank van het gebouw – zien we een grote ronde ‘waterbak’, waarvan het water draait, zwart water, zo lijkt het. Het is sowieso ongewoon om water tegen te komen in een museum, want het is de schrik van alle musea waar schilderkunst getoond wordt. Deze waterbak is een onderdeel van de openingstentoonstelling van Zoro Feigl, welke expositie drie verdiepingen zal beslaan. “Dit is een eeuwenoud gebouw en ook na de renovatie is de vloer van de zaal niet waterpas. Dat is dus een probleem voor een installatie met water, maar ook dat zal Zoro Feigl oplossen, het is een ware tovenaar die man, je weet niet wat je vanaf 14 mei gaat zien hier. Het wordt echt heel bijzonder!”
In deze zaal zie je ook het balkenplafond, dat oogt strak en tegelijkertijd historisch. Anne de Haij: “Wat je niet ziet, en dat is juist zo fijn van de renovatie, is de klimaatinstallatie. Vroeger zag je allerlei pijpen, buizen en leidingen, nu is alles weggewerkt, onzichtbaar voor de bezoeker.”
We gaan deze zaal uit en slaan rechts af en zien het vernieuwde trappenhuis. “Kijk, de ramen zijn tevoorschijn gekomen. Dat geeft zo’n prachtig licht. Er komen in de trappenhuizen semi-permanent enkele kunstwerken te hangen, die we daarvoor specifiek door kunstenaars hebben laten maken, denk aan een muurschildering of ‘tapijt’ van visserstouwen.”
Naast het trappenhuis zien we de nieuwe lift. Deze is nu breder en daardoor beter toegankelijk voor mensen in rolstoelen. De nieuwe lift heeft een normale snelheid in tegenstelling tot de oude lift die slechts langzaam zijn werk deed.
We lopen verder en komen in de kapel. De hoge rode kasten die er stonden, staan er weer. Aan de kapel is bouwkundig niet zo veel veranderd, behalve dan dat er in de ingang een tochtsluis wordt geplaatst. Wat ook blijft, is dat in de kapel de kaartverkoop is en de museumwinkel. Ook een blijver is, dat je er koffie, thee of fris kunt drinken, desgewenst met een koek erbij en dat je er tijdens de lunch een belegde boterham kunt eten. Dat zullen de bezoekers kunnen doen aan nieuwe tafels en stoelen.
We lopen door naar de benedenzaal van de rechterflank van het museum. Daar staan nog heel veel spullen die een plaats moeten vinden. Het is ook niet vreemd dat het een druk heen- en weerlopen is van medewerkers, zowel van de aannemer als van het museum. Met de deadlines in hun hoofd, gonst het er van de bedrijvigheid.
In de rechterflank wordt bij de heropening op 14 mei gestart met de tentoonstelling Van Oerbeest tot rokende croissant. Daarin krijgt de bezoeker bijna vijftig nieuwe aanwinsten te zien, naast bekende werken uit de collectie waaronder werk van Karel Appel.
We zien daarna ook de eerste etage en vervolgens de zolder. De zolder heeft niettegenstaande de renovatie zijn oude sfeer behouden. Na Van Oerbeest tot rokende croissant staat er aan deze flank van het museum een tentoonstelling van landschapskunst uit Schiedam en omgeving op het programma.
We dalen af naar het souterrain. Ook daar is het nodige veranderd. De ruimte waar kunstklassen gehouden worden – die was aan de zijkant – zal nu te vinden zijn in het midden van het souterrain.
“Met kunstklassen en andere vormen van kunsteducatie blijken we in een behoefte te voorzien. En de klassen op scholen worden steeds groter, waardoor we meer leerlingen tegelijkertijd op bezoek krijgen. Goed dat we hier dus meer ruimte voor beschikbaar krijgen. Er komt nieuw meubilair in, met grote dank aan Fonds Schiedam Vlaardingen e.o. De ruimte aan de zijkant, waar de kunstklassen werden gehouden, komt nu in het teken te staan van ‘Mijn Schiedam’. Het wordt de expositieruimte waar bijvoorbeeld Schiedamse verenigingen kunnen exposeren. We openen er met de tentoonstelling van alle Buurtplaatjes.”
We gaan vanaf het souterrain nog iets verder naar beneden, naar waar het auditorium was. De ingang, die daar was, is opgeheven (zo ook het met die opgeheven ingang samenhangende ‘Louvre-puntje’ op het plein voor het museum). In dat voormalige auditorium wordt nu een semi-permanente opstelling gemaakt: Panorama Schiedam.
Marloes & Wikke, artiesten die een begrip zijn in het ontwerpen van decors voor de theaterwereld, geven daarin een beeld van toen en nu van onze stad. Het is bepaald geen keurige rij van ouderwetse kijkdoosjes die je wel eens bij een traditioneel diorama ziet. Je komt binnen in een abstractie van Schiedam, die op een frisse manier heel veel informatie geeft over de stad en de ontstaansgeschiedenis ervan. Je ziet een Z-flat uit Groenoord, naast de Heilig Hartkerk uit de Gorzen, met ernaast de bel die in Schiedam Zuid bij hoogwater werd geluid. Je ziet nog meer kerken en ook de molens ontbreken niet. De jeneverindustrie wordt belicht. Er zijn scheepsmodellen en hijskranen. Je kunt er de verhalen van de stad lezen. Zo was Schiedam een van de steden waar al vroeg een patriottische beweging was. Ook leer je over de vrouwenemancipatie in de stad. En zo is er nog heel veel meer te zien. Het Stadskantoor van Schiedam zien we overigens niet. “Daar dubben we nog over of dat gebouw nou zo typerend is voor Schiedam, dat het een must is?”, zeggen Marloes van der Hoek en Wikke van Houwelingen.
Bij binnenkomst van het Panorama Schiedam, start je er op een uitzichtspunt, zoals je die over de hele wereld bij markante toeristische uitzichtspunten hebt. Vervolgens kun je door Panorama Schiedam heen dwalen.
Het is aftellen tot 14 mei. Dan moet het allemaal af zijn en kunnen alle Schiedammers met eigen ogen hun gerenoveerde museum gaan zien.
Foto's (c) De Schiedammer Online