SCHIEDAM – Tijdens het maandelijkse ‘Verhaal van Schiedam’ vertelde dichter en docent Nederlands, Sander Groen, vandaag op de Graanzolder in het Jenevermuseum over de drankzucht der schrijvers en de dichtlust der drinkers.
Bij Sander zelf begon de interesse in taal en literatuur in zijn jeugd bij De Club van Brammetje Bont, een serie jeugdboeken van Jan Louwman. Een van zijn favoriete jeugdboeken was De Zevensprong van schrijfster Tonke Dragt. Toen hij voor het eerst een poetry-slam bezocht, bedacht hij dat dat was wat hij ook wilde en ging hij zelf ook dichten en gedichten voordragen.
Groen leest graag gedichten en teksten van onder meer Baudelaire, Bukowski, A. F. Th. van der Heijden, Erik Jan Harmens en Daniel Dee, schrijvers die in elk geval een deel van hun leven wel van een drankje hielden of daarover schreven. Ook weet hij bezield voor te dragen uit diverse werken van deze schrijvers en poëten en uit zijn eigen werk. En voordragen dat deed hij vanmiddag dan ook tot genoegen van de aanwezigen. Zijn hoop is dat meer mensen poëzie gaan lezen. ‘Welk verband is er bij deze schrijvers tussen creativiteit, gevoeligheid en lijden?’, zo vraagt Groen zich af.
Han van der Horst, voorzitter van de Historische Vereniging Schiedam (HVS) sluit de lezing af met de opmerking dat schrijven na een avond kroegbezoek niet automatisch leidt tot een goed resultaat: ‘Iets met een borrel op geschreven is de dag erna zelden zo interessant als het de avond ervoor leek.’
Onder de titel ‘Verhaal van Schiedam’ organiseert de HVS maandelijks een lezing. Hier kun je het verslag van het vorige ‘Verhaal van Schiedam’ over de geschiedenis van Zwembad Zuid lezen: ‘Zwembad mocht toen al geen zwembad De Gorzen heten’