SCHIEDAM - Ad Bakker trekt met regelmaat eropuit om in Schiedam het kleinste leven in de ons omringende natuur te fotograferen. In dit artikel zie je foto's die hij maakte van oorwurmen. Ze zijn niet gevaarlijk, al zien ze er misschien wel zo uit, schrijft hij.
door Ad Bakker (tekst en foto's)
De oorwurm ziet er wel gevaarlijk uit, maar we hebben niets te vrezen van hem. Hij kan ons niet bijten en met zijn tang komt hij niet door onze huid. Je voelt weliswaar dat hij je 'knijpt' als hij zich aangevallen voelt, maar pijn doet het niet. In Nederland komen vijf soorten voor en wat de meeste mensen niet weten, is dat oorwurmen kunnen vliegen. Dit doen ze maar heel zelden omdat hun vleugels - het is bijna niet te geloven - veertig keer zijn opgevouwen. Probeer dat maar eens met een laken in je linnenkast. Ook voor hem is het opvouwen een heel gedoe en hij gebruikt daar ook zijn tang voor.
Dus vliegen doet de oorwurm alleen in uiterste noodzaak. Hij lift daarom ook liever met dieren en natuurlijk ook met ons mee de wijde wereld in. Het is overigens een fabeltje dat hij bij mensen in het oor kruipt en daar het trommelvlies eruit knipt. Om dat ze erg gevoelig zijn voor uitdrogen zal het best wel eens kunnen voorkomen dat hij in de tent tijdens het kamperen in je oor kruipt waar het altijd een beetje vochtig is, dat is uiteraard schrikken geblazen, maar het kan geen kwaad. En nogmaals, dit gebeurt maar zeer zelden. Het mannetje heeft een ronde knijper. Bij het vrouwtje zijn ze recht en de vrouwtjes zijn daardoor makkelijk te herkennen.
Moeders legt tussen de 20 en 50 eitjes in de grond, die ze de hele winter beschermt en verzorgt, wat uitzonderlijk is in de insectenwereld. Moeder likt de eitjes en de uitgekomen larven regelmatig om schimmel te voorkomen. En dreigt er gevaar dan kan ze de tang - als bij een schorpioen - over haar lichaam strekken. De nimfen vervellen 5 keer en zien er dan uit als een albino, wat op de foto goed te zien is, maar na enkele uren kleuren ze langzaam naar de bekende rood/bruine kleur. Ze verlaten dan het nest.
Het zijn alleseters: van rupsen en ook dode beestjes tot blaadjes van de bloemen. Bladluizen zijn een echte versnapering voor hen. Fruit vinden ze ook heel lekker alleen kunnen ze zelf niet door de schil komen en ze moeten dus wachten tot andere dieren een opening in het fruit hebben gemaakt.
Omdat ze zo gevoelig zijn voor uitdrogen, zitten ze vaak verscholen onder het schors van een boom of onder rottend hout, dus ergens waar het vochtig is. Dat is dan ook de reden waarom je ze niet vaak ziet. Oorwurmen houden van 'knuffelen'; ze houden ervan dat hun lijfje zo veel mogelijk wordt aangeraakt door hun omgeving.
Wederom zijn dit weer bijzondere beestjes die schadelijke beestjes opruimen dus echt wel belangrijk zijn om te hebben in de tuin, parken of bossen. Vogels vinden oorwormen heel lekker, dus ook vogels hebben er belang bij dat er oorwurmen zijn.
Hier lees je de vorige natuurcolumn van Ad Bakker, over de mijt in koninklijk fluweel:
https://deschiedammeronline.nl/artikel/details/mijt-in-koninklijk-fluweel